Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Kantlijn 20-nr compleet

28 de Kantlijn Gezondheid en balans Weg met die vermoeidheid We hebben er allemaal weleens last van: vermoeidheid. Vrouwen klagen meer over vermoeidheid dan mannen en ouders van jonge kinderen zijn meer vermoeid, even- als 55-plussers. Jaarlijks komt ongeveer 1% van de patiënten met de klacht ver- moeidheid bij de huisarts. In 20% van de gevallen ligt hier een lichamelijke oorzaak aan ten grondslag (o.a. ziekte, herstel na ziekte, hormonale verstoringen, bijwerkin- gen van medicijnen). Bij 15% is er een psychische oorzaak voor moeheid (denk aan overspannenheid, angst- en depressieve stoornissen). Bij de overige 65% wordt er niets gevonden (bron: Nederlands Huisartsen Genootschap in 2014). Het is een hele opluchting als er geen oorzaak wordt gevonden voor de klachten, maar het neemt de moeheid niet weg. Waar komt die vermoeidheid dan toch vandaan? Hebben we zwaar lichamelijke arbeid of pittig denkwerk verricht dan is ons lichaam moe. Dit noemen we ‘moe, maar voldaan’. Maar heel vaak zijn we vooral moe en in het geheel niet voldaan. Is de vermoeidheid dan niet meer een geestelijke toestand; een gevoel van futloosheid, lethargie waar we niet aan kunnen ontsnappen? De meesten kennen dit fenomeen wel: we gaan vermoeid, uitgeput bijna, naar tennis, de sportschool, het zangkoor, een etentje en opgefrist, vol nieuwe energie keren we weer huiswaarts. Waar is de vermoeidheid dan gebleven? Zijn we niet vooral moe in ons hoofd? Denken we niet te veel en voelen we te weinig? Piekeren we niet continu, ons zorgen makend over onszelf of over een ander? Hop- pen we niet van de ene gedachte naar de andere en hebben zo binnen de kortste keren een mooi gedachtenweb gesponnen? Hebben we een nacht slecht of kort geslapen, zijn we ziek (geweest), hebben we een drukke dag achter de rug, dan is het logisch dat we vermoeid zijn. Maar dat koppie van ons staat ook nooit stil en raast maar door. De maatschappij stelt hoge eisen. We moeten te veel in te weinig tijd. We vinden dat we twee dingen tegelijk moeten kunnen, maar waarom? We maken grappen over mannen die zogezegd geen twee dingen tegelijk kunnen. Ik vind het een gave. Je kunt maar beter één ding goed doen, dan twee dingen half. We leven in een maatschappij waarin ons zenuwstelsel continu wordt geprikkeld. Reclame is overal en nergens. Facebook, twitter, mail: we zijn altijd en overal be- reikbaar en vervolgens denken we niet meer zonder te kunnen. Waar is de tijd voor rust, voor het even niets hoeven, voor het domweg voor ons uit staren in de auto, al wandelend, op de waterbus of gewoon thuis vanuit onze comfortabele stoel? Hoe meer ons zenuwstelsel wordt geprikkeld, hoe meer rust we nodig hebben. Geen rust in de vorm van middagdutjes (alhoewel ... zo’n powernap van 10 minuten doet soms wonderen), uitslapen en luieren, maar rust in ons hoofd. Het lukt ons niet om continu in aandacht en volledig bewustzijn te leven. We doen het één en we denken aan het ander. En dat gedurende de hele dag. Ik word al moe als ik erover nadenk. Maar dit gegeven: het nooit volledig in het hier en nu zijn, dát ver- oorzaakt pas vermoeidheid. Een vooraanstaande yogaguru zei ooit: ‘De aandacht moet zonder onderbreking stromen. Geef je aandacht, dan schep je iets en schep- ping heeft leven en energie. Bewust en met aandacht met iets bezig zijn, brengt de energie terug en verjongt het lichaam en de geest.’ Daar kan natuurlijk geen energiedrankje tegenop. Kortom: als je iets doet, doe het met volledige aandacht. Ga ervoor, zonder te denken, zonder te piekeren. Just do it! Majanka Keijer Yogadocente

Pages Overview