Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Kantlijn 20-nr compleet

Mathilde Excuses aan de loerende jongen ‘Brrrr, wat is het koud.’ Ik strek mijn rechterbeen naar achteren en voel ... niets. Hmmm, even kijken hoe laat het is. Het is 07.10 uur en het is zondag, eega uit bed, wat klopt er niet aan dit plaatje? Ik hoor een automotor draaien en een ruit wordt gekrabd. Zachtjes sluip ik uit bed om de rest van het huishouden niet wakker te maken. Beneden tref ik man en hond aan, die op het punt staan om een fikse wandeling in de polder te gaan maken. ‘Doe je voorzichtig straks’, zegt hij. ‘Hoezo?’ ‘Jij ging toch met Vlinder de route met de bus naar haar school verkennen, voor als het te gevaarlijk wordt om te fietsen. Nou, het is nu te gevaarlijk om te fietsen en eigenlijk ook om te lopen, het is spekglad.’ Braaf mompel ik: ‘Oké.’ Ik krijg een soort van veegkus en weg is hij. Het is heerlijk vroeg en ik ben zo op tijd wakker, dat Vlinder en ik eigenlijk nog wel een bus eerder naar haar school kunnen nemen. Ik loop naar boven en gluur in Vlin- der haar kamer, loop stiekem door en zie een paar dikke ogen van de slaap lang- zaam opengaan. ‘Hoi mama, hoe laat is het?’ ‘Het is kwart over zeven meid, mis- schien kunnen we een bus vroeger nemen, des te eerder zijn wij ook weer thuis.’ Ik krijg een ‘Is goed’ en zie een meisje haar bed uitrollen in haar roze konijnen- pyjama. Snel eten wij wat en doen onze dikke kleding aan. Al schaatsend en schui- felend begeven wij ons naar de bushalte, natuurlijk te vroeg, maar dat vinden wij beiden prettig. We ploffen op het bankje en beginnen tegelijk te roken (damp uit onze mond te blazen). Het is oorverdovend stil. De zon komt op, de lucht wordt rood, de wereld wordt wakker. Vlinder pakt met haar wantenhand mijn wanten- hand beet en knijpt erin. Wij kijken elkaar aan en zonder wat te zeggen weten wij wat we bedoelen. Wij genieten op onze eigen rare manier. Op het Centraal Station aangekomen, is het wachten op de stadsbus. We halen een croissantje voor Vlinder en lopen naar een bankje. Vlinder komt naast mij zitten, eet heerlijk haar croissant en het voelt goed. Na een paar minuten komt er een jongen langsgelopen, die mijn dochter grondig observeert. Zelf heeft ze niets in de gaten, maar automatisch leg ik beschermend een arm om haar heen en kijk de knul aan met een blik of het ietsje minder kan. Dit is mijn meisje, ja! Ze heeft een konijnen- pyjama en nog knuffels in haar bed. Op zo’n manier hoor je niet naar haar te kijken, nog niet. Nadat ze mijn arm voelt, kijkt Vlinder omhoog en zegt: ‘Koud hè, mam’ en terwijl ik het beaam, zie ik ineens wat de jongen ook zag. Ergens tussen het eten en het naar de bus lopen in, heeft mijn meisje het voor elkaar gekregen om geen dikke ogen meer te hebben, maar een paar sprankelende kijkers met een beetje mascara en op haar lippen zit wat lipgloss. Met haar mutsje op, blonde haren vallend langs haar gezicht en pure onschuldige snoet, is ze het bekijken waard. Sorry jongen van het Centraal Station, dat ik je met mijn blik neer liet vallen, maar voor deze moeder gaat het ineens iets te snel. Dat loslaatdingetje, nou ja, ik werk eraan en mijn gedachten vliegen naar mijn moedertje. Kleine kinderen kleine zor- gen, grote kinderen ... en wacht maar, als je zelf kinderen hebt dan ... Bah, ik haat het wanneer ze gelijk heeft. de Kantlijn 11

Pages Overview