Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Pallieterke nr 26 van 25 juni 2014

De wereld rond25 juni 2014 8 Diplomatieke valiesHet Koerdische momentum Buitenlands spervuur Drievoudige rebellie Zorgt de chaotische situatie in Irak ervoor dat de Koerden hun afspraak met de geschiedenis kunnen afdwingen? Het was al een tijd duidelijk dat Koerdisch- Irak het best functionerende deel van het land was. Maar door de gebeurtenissen van de voorbije weken lijkt de Koerdische proto-staat in de mogelijkheid te zijn de bouwstenen van een verdere onafhankelijkheid te kunnen metsen. Om half twee in de ochtend weerklinkt geroep en geschreeuw door de straten van Mosoel. “Daisch, Daisch!”, brullen de mensen, de Arabische afkorting voor de ISIS. Zeker bij de christenen is de paniek groot. Welke plaats is immers voor hen weggelegd in het kalifaat dat de ISIS wil oprichten? Mogelijk, dacht men, is dit de doodsteek van de christelijke aanwezigheid in de stad. Amper twee weken later blijken de feiten hen gelijk te geven. De trend is niet nieuw. Tot 2003 leefden er in de stad zo’n 200.000 christenen, maar aan de vooravond van de ISIS-inval amper nog 5.000. Inmiddels is het gros van hen gevlucht naar Alkosch, een voor de christenen uit het Mid- den-Oosten symbolische stad, amper 50 km van Mosul gele- gen. Om een beeld te geven: Alkosch is van oorsprong een Ara- mees woord en betekent ‘God der rechtschapenheid’. De kathedraal die er gevestigd is, dateert van de vijfde eeuw, en een klooster, gebouwd in de zevende eeuw, was tot in 1804 zetel van de patriarchen. Kenmerkend is dat de vluchtelingen in Alkosch niet op de steun van het Iraakse leger kunnen rekenen – die blonken de voorbije tijd vooral uit in vluchten. Wel wordt de stad door de Peshmerga (letterlijk: ‘zij die tegenover de dood staan’) beschermd, de naam die men vandaag aan de Koerdische strijdkrachten geeft, al gaat die benaming een heel eind in de tijd terug. KAR In de Koerdisch Autonome Regio (KAR) zag men al een tijd dat het de verkeerde weg opging met het land. In het verle- den hekelden ze niet enkel hun eigen moeilijke relatie met de centrale autoriteiten, maar ook het feit dat soennieten door de regering-Maliki steeds duidelijker op een zijspoor werden geplaatst. Nauwelijks enkele dagen voor Mosul inge- nomen werd, waarschuwden ze Bagdad voor de mogelijke gevolgen. Tevergeefs. Paradoxaal genoeg is, ondanks de chaos op verschillende plaatsen in Irak, het leven binnen de KAR nauwelijks gewij- zigd. Wel blijken de grenzen van de KAR de facto verscho- ven te zijn. Alles had te maken met het vertrekken van het Iraakse leger uit hele delen van het gebied ten zuiden van Iraaks- Koerdistan, onder meer uit de stad Kirkûk, door de Koerden wel eens omschreven als “ons Jeruzalem”. Is dit vreemd? Nee, vinden ze in de hoofdstad Erbil. Er ontstond een machtsva- cuüm dat ze ingevuld hebben. Of hadden ze dat als open terrein aan de ISIS moeten overlaten? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Vandaag controleren de Koerden ongeveer één vijfde van het Iraakse grondgebied, recent ook gebieden die ze altijd geclaimd hebben, maar die onder Saddam Hoessein duch- tig gearabiseerd werden. Zo’n 300.000 vluchtelingen uit streken die door de ISIS ver- overd werd, kregen opvang in de KAR. En waar het Iraakse leger instortte, hield de Peshmerga stand en wist zelfs het offensief in haar voordeel om te buigen. Al jaren wordt Bag- dad geteisterd door bomaanslagen, terwijl buitenlandse zakenmensen zonder risico’s de Koerdische regionale hoofd- stad Erbil aandoen. Ondanks de corruptie, is het een oord van rust, al is die term relatief. Maar de relatie met de Arabische centrale overheid blijft moeilijk, niet het minst door enkele duistere pagina’s uit de geschiedenis van het land. Dat in 1988 duizenden Koerden op bevel van Saddam vergast werden, zijn ze niet vergeten. Diep wantrouwen ten aanzien van de Arabieren blijft onver- minderd bestaan. Onafhankelijkheid? Wat heeft de toekomst voor hen in petto? Voor de Koerden is het duidelijk dat de tijd om te onderhandelen met de cen- trale autoriteiten rijp is. Hun leger willen ze door de natio- nale staatskas betaald zien. Bovendien willen ze de controle over de olie die er in de grond zit. Het is, terzijde, geen toe- val dat net dit gebied bij de ontbinding van het Osmaanse Rijk niet binnen de grenzen van de Turkse republiek kwam te liggen. Meer in het bijzonder omvat dit het recht om zelf, als KAR, zaken te doen met buitenlandse bedrijven en inves- teerders, en daarvan de opbrengsten rechtstreeks op te strij- ken. Die wensen zijn niet nieuw, en steevast reageerde Bag- dad negatief. Kan Bagdad dat vandaag nog hard maken? “Je kunt er niet omheen dat de Koerdische onderhandelingspo- sitie behoorlijk versterkt is de laatste tijd”, merkte een diplo- maat off the record op. “Toch zal de onafhankelijkheid die velen wensen niet vanzelfsprekend zijn.” Probleem op dat punt is het buitenland. Turkije noch Irak, en evenmin de VS, zijn te vinden voor een soevereine Koerdische staat. Echter, tegen bepaalde ontwikkelingen op het terrein zijn ook zij niet opgewassen. KNIN. Niet alleen in Irak is de duizend jaar oude godsdienstoorlog tussen soennieten en sjiie- ten weer opgelaaid. In het overwegend soen- nitische Jemen hebben sjiitische rebellen een stad veroverd die – figuurlijk – op een steen- worp van de hoofdstad Saana ligt. In de meeste moslimlanden zijn de sjiieten slechts een kleine minderheid, maar in Jemen maken ze een kwart van de bevolking uit. Hun relatieve posi- tie wordt nog sterker als men weet dat de soen- nitische regering in Saana niet alleen tegen de sjiitische rebellen moet vechten, maar tegelijk tegen een soennitische tak van Al-Qaeda en tegen separatistische groepen die het oude Zuid-Jemen opnieuw tot een onafhankelijke staat willen omvormen. Zuid-Jemen was tus- sen 1967 en 1990 een zelfstandige staat. Er is geen olie in Jemen. Het land is achterlijk en straatarm. Het is voor het Westen niet belang- rijk of daar soennitische of sjiitische rabauwen aan de macht zijn. De regering heeft meestal toch maar een beperkte greep op het bergach- tige binnenland. Maar een machtsgreep van Al-Qaeda zou ook voor het Westen rampzalige gevolgen hebben: Jemen beheerst de smalle zeestraat tussen de Indische Oceaan en de Rode Zee. Alle olietankers die via het Suezka- naal naar Europa varen, moeten daar doorheen. Godsdienstoorlog De cultuurrelativisten en de collaborateurs die alle islamitische barbaarsheden goedpra- ten, beweren soms dat de christenen geen haar beter zijn dan de moslims inzake onder- linge onverdraagzaamheid. Heeft Europa ook niet een periode gekend van bittere strijd, van godsdienstoorlogen tussen katholieken en pro- testanten, met vervolgingen en wederzijdse massamoorden? Ja, inderdaad. Maar de chris- tenen zijn ermee gestopt, de moslims niet. De oorlogen en massamoorden tussen soen- nieten en sjiieten zijn al twaalf eeuwen bijna ononderbroken bezig, en het einde is lang niet in zicht, terwijl de godsdienstoorlogen tussen katholieken en protestanten slechts een eeuw geduurd hebben, van 1550 tot de Vrede van Munster in 1648. Willen we dat terug? Willen we die bloedige episode uit onze geschiede- nis herbeleven? Willen wij dat Europa opnieuw het toneel wordt van een godsdienstoorlog, dit keer tussen soennieten en sjiieten? Of van moslims tegen christenen? Laat ons de bescha- mende periode van de Europese godsdienst- oorlogen niet vergeten. Laat ons er een les uit trekken. De moslims denken nog steeds vol- gens dezelfde lijnen als destijds de “heilige” inquisitie, Filips II en hertog Alva. Willen wij hen terug in een islamitische variant? Nee toch? Bush of Obama? Door een bizarre hersenkronkel geven som- mige commentatoren ex-president Bush de schuld voor de huidige oorlog tussen de soen- nitische ISIS en de sjiitische regering-Maliki in Irak. Meestal zegt men dan impliciet, en soms zelfs expliciet, dat het ten val brengen van Sad- dam Hoessein een blunder was, die tot de bur- geroorlog heeft geleid. De Amerikanen heb- ben in Irak inderdaad geblunderd. We hebben vorige week gewezen op hun twee meest fun- damentele beleidsfouten: hun krampachtige poging de Iraakse eenheidsstaat in stand te wil- len houden, en hun goedbedoelde maar onge- fundeerde geloof dat ze de Iraakse samenle- ving konden democratiseren. Bedoelen de critici misschien dat ze Irak in drie stukken hadden moeten opdelen? Nee, bijna iedereen houdt vast aan het dogma van de onveranderlijke grenzen. Vindt men dan dat de Amerikanen een westersgezinde dictator aan de macht hadden moeten brengen, zoals Mubarak in Egypte, of Ben Ali in Tunesië? Nie- mand heeft dat ooit hardop gezegd. Wat men eigenlijk bedoelt, is dat Saddam Hoessein aan de macht had moeten blijven. Ondanks zijn inval in Koeweit. Ondanks de genocide op de Koerden, waarbij minstens 180.000 mensen werden afgeslacht en vergast. Ondanks het ver- schrikkelijke bloedbad dat Saddams troepen, na hun verdrijving uit Koeweit, onder de sjiie- ten in het zuiden hadden aangericht. Onder Bush waren er duizenden Amerikaanse mili- tairen in Irak om terreurgroepen als ISIS onder de knoet te houden. Toen was het ondenkbaar dat zo’n filiaal van Al-Qaeda de macht zou grij- pen. Maar Obama heeft al die troepen terugge- trokken, en het land overgeleverd aan zijn oude demonen van islamitische godsdienstwaanzin. Vreemdelingenlegioen De natuur en de geschiedenis hebben een afkeer van het vacuüm, en met zijn isolatio- nisme heeft Obama een gigantisch machts- vacuüm geschapen. In Irak zien we hoe vele duistere machten zich in die leegte storten. Niet alleen ISIS, ook de Iraanse Republikeinse Garde. De Syrische luchtmacht bombardeert stellingen en steden die in handen van ISIS zijn. Dat machtsvacuüm heeft massa’s buiten- landse jihadstrijders aangetrokken, die in de rangen van ISIS vechten. Honderden strijders van dat “vreemdelingenlegioen” zijn afkomstig uit Europa, en zij zijn zo mogelijk nóg wreder en nóg sadistischer dan de lokale Arabieren. Die seriemoordenaars zetten trots zelfs filmpjes van hun executies op internet. Tiens, zijn dat niet de kerels die volgens de politiek correcte idioten onze knelpuntberoepen gaan invullen, onze pensioenen gaan betalen, en ons gaan verzorgen als we in een bejaardentehuis zitten? Koninklijke steun voor de Catalanen?! Het imago van de Spaanse koning Juan Car- los was al onherstelbaar beschadigd toen hij tijdens een reis in Botswana een banaal onge- val kreeg. Hij brak zijn heup. Op zich niet ramp- zalig, maar daardoor kwam aan het licht dat hij op die reis – met zijn maîtresse – had deel- genomen aan een olifantenjacht. Bovendien bleek de reis, met een privéjet, gesponsord te zijn door een Saudische zakenman die in Syrië woonde. Dat viel allemaal heel slecht bij de dierenliefhebbers en nog meer bij de vele Spanjaarden die worstelden om de gevolgen van de economische crisis te boven te komen. Het was logisch dat de koning zich terugtrok. Ook de monarchie als instituut had averij opge- lopen. Er klonken in de Spaanse media weer republikeinse stemmen. Voorlopig tevergeefs, maar zelfs republikeinen moeten soms klein beginnen. Het moet nog blijken of zijn opvol- ger, Felipe IV, uit beter hout gesneden is. Alvast één politicus verwacht heel veel van de nieuwe koning, en dat is Artur Mas, de president van de regio Catalonië. Hij heeft een goede persoon- lijke verstandhouding met Felipe, en hij hoopt dat de nieuwe koning zijn informele invloed zal aanwenden om de Spaanse regering ertoe te bewegen het nakende Catalaanse referen- dum over onafhankelijkheid te erkennen. Dat zou ons verbazen. Persoonlijke vriendschap- pen wegen nooit op tegen de “raison d’état”, zeker niet bij koningen. Maar wij hopen voor Catalonië dat we ons vergissen Leve de sharia...

Pages Overview